zondag 8 maart 2009

Eerst en vooral heel erg bedankt voor al jullie lieve mailtjes, ik voelde me op slag minder eenzaam. Het wordt een korte blog, deels omdat ik niet zoveel meegemaakt heb en deels omdat ik maar 20 min. gratis internettijd heb hier in de State Library.
Ik heb ondertussen Byron Bay achter me gelaten en zit nu al een weekje in Brisbane. Byron Bay was een leuk kuststadje met heel mooie stranden, maar het was vooral een uitgaansplek voor backpackers, dus zolang wou ik er niet blijven. De meesten van de surftrip verbleven er ook enkele nachten zodat ik niet alleen was. Er zat iemand in de groep die zijn gitaar meehad, Sam, en ook enkele verrassend goede zangers, wat voor gezellige taferelen zorgde. Zo zaten we een avond in het park wat te zingen (Sam kende heel veel nummers, alsook Everlong van de Foo Fighters, wat ik fantastisch vond) en een voor een stopten voorbijgangers om te luisteren zodat we opeens met een hele groep zaten te zingen en te luisteren. Was een leuke ervaring, dat groepsgevoel. Die avond heb ik ook Tatiana leren kennen, een Duits meisje, geboren in Kazachstan. Ik was blij eens iemand te ontmoeten die zich niet voortdurend overdreven enthousiast gedraagt, zoals zovele backpackers hier. Ze doet zich niet anders voor dan ze is en dat is hier beetje zeldzaam heb ik de indruk. We hadden ook allebei een afkeer van de Britse meisjes uit onze groep die elke avond uitgingen, alles 'legend' vonden en precies geen persoonlijkheid hadden. Ik kon niet goed overweg met die trutjes en vond het vreselijk dat ik mijn kamer met hen en hun gegiechel moest delen (en ook een Amerikaanse die nachtelijk bezoek meebracht in haar bed..). Nu, het hoort er natuurlijk allemaal bij, maar zo vond ik mijn partner in crime, Tati, en had ik geen spijt het plekje achter me te laten.
In Brisbane aangekomen werd ik bijna onmiddellijk aangesproken door een Spanjaard op straat, maar ik had er meteen een raar gevoel bij. 's Avonds dan toch iets gaan drinken met hem, na veel aandringen van zijn kant, maar ik had mijn stoute schoenen aangetrokken en aan Tati (die ook naar Brisbane getrokken was) gevraagd of ze niet meewou, waarop we met zijn drietjes in het Belgian Beer Cafe een Duvel zaten te drinken. Juan, de Spanjaard, had blijkbaar nog plannen, want hij had wijn bij en een deken om in het park nog wat te gaan drinken (was ik blij dat Tati meewas..) Het was uiteindelijk wel heel leuk, ondanks mijn ergernissen over de Spanjaard (ik ben echt niet aan die Zuiderse typen, zo plakkerig..) Er kwamen enkele Fransozen bij ons zitten die ons entertainden met hun verhalen over hoe ze geld bijverdienden door schilderijen van Chinese makelij door te verkopen aan toeristen die denken dat ze van hun (Franse) hand werden gemaakt. Hoewel die oplichterij me wat tegenstond was het wel leuke conversatie met die gasten. Die avond werd ik ook omgedoopt tot Liz of Lizzie (een naam die de Aussies op het surfkamp me gaven) omdat mijn naam bij vele rare fronsen op hun gezicht nalaat. De rest van de week heb ik vooral met Tati opgetrokken, zoals waterpret in het aangelegd zwembad in het park (want er is hier geen strand in Brisbane..), een overheerlijk etentje ter afwisseling van de Macdonalds en Subway brol, maar vooral onze ontdekking van churros, een soort deegwaren gedoopt in suiker, slagroom en warme chocolade..

Een ander uitstapje dat we samen deden, was Moreton Island. Dit is een eiland op 30 km van de haven van Brisbane. Het is het 3de grootste zandeiland, waardoor je je er zonder 4x4 vastrijdt en met grote zandduinen en onmetelijke stranden tot gevolg. Onze eerste stop was dan ook van een heuvel glijden met een board en hoewel ik dat wel leuk vond, ik vond het vooral lastig om die heuvel nadien terug te beklimmen in die verzengende hitte. Er waren ook enkele zoetwatermeren met helblauw water, zoals de Blue Lagoon, en verschillende soorten zand met bijbehorend Aboriginal verhaal. In het kort: een Aboriginal meisje zag vanop de kust een regenboog verschijnen over het water en was zo onder de indruk van de kleurenpracht dat ze op slag verliefd werd op de regenboog. Een man van het eiland die een oogje op haar had, was jaloers en haalde de regenboog neer met een killerrang (als ik het goed begrepen heb, een soort boomerang, maar eentje die niet terugkeert) waardoor de kust bezaaid werd met alle kleuren van de regenboog. Er vlogen ook enkele prachtige vogels, zoals enorme zee-arenden, de snelste valk ter wereld en de whisteling kiterunner, wat heel indrukwekkend was.


Over dieren gesproken, ik vergeet nog mijn belangrijkste uitstap hier in Brisbane. Ik ben naar Lone Pine geweest, een reservaat voor koala's en kangoeroes. Ik heb er de toerist uitgehangen en een koalatje vastgehouden (als ik kan, zet ik eens een foto online). Ook de kangoeroes waren super. Ze zaten in een heel groot open veld en je kon ze aaien of er gewoon naast gaan zitten. Ben daar toch enkele uurtjes blijven plakken, freak da'k ben...

Voor de rest mis ik hier mijn chocolade wel een beetje. Ik heb zelfs Maya's vreselijke gewoonte overgenomen: choco uit de pot eten, na mijn ontdekking dat ze hier nutella hebben.
Nu ben ik op zoek naar een farm die me wil opnemen. Ik hoop dat ik gauw antwoord krijg, want ik wil wel eens de echte Australiers ontmoeten..
Hou me op de hoogte!

maandag 2 maart 2009

Het lijkt alsof er al een maand gepasseerd is terwijl het eigenlijk nog geen twee weken zijn.. Sydney ligt al een tijdje achter me en hoewel ik het er wel leuk vond, liet ik het zonder groot gemis achter me. Dat zal misschien vooral door de hollanders komen, waar ik blijkbaar maar niet kon aan ontsnappen. We hebben wel nog enkele leuke uitstapjes gedaan, zoals de Blue Mountains en Watson's Bay. Het waren echter niet de befaamde three sisters die me zijn bijgebleven (dat was een grote toeristische attractie met treintjes, aangelegde paadjes in het regenwoud en aboriginals die ingehuurd waren om de toeristen te entertainen..), maar vooral mijn eerste ontmoeting met wilde kangoeroes in het nationale park van de Blue Mountains. Ondertussen hebben er al meerdere mijn pad gekruist, maar die eerste zal ik niet gauw vergeten. 's Avonds Oosters gegeten wat ik niet zo super vond, maar er was die avond wel een optredentje in die bar waar ik het Woolloomooloo-lied geleerd heb. Dat ging als volgt: double u, double o, double l, double o, and an m, double o and an l, double o, Woolloomoolo. Klinkt beetje dom, maar de wijk waar we logeerden in Sydney heette zo, zodat ik het nooit meer zal vergeten nu. Toen ik me had losgemaakt van de groep heb ik nog een paar daagjes alleen rondgetoefd in Sydney wat wel nog leuk was, hoewel er 's avonds bij ons in de buurt een raar sfeertje hing. Zo was ik een avondje naar de film geweest (the reader: vond goeie film) en toen ik erna buiten kwam in Oxford Street kwam ik voorbij een Lik-her shop (een liquorshop, hier is veel BYO, waardoor er dus veel bottleshops zijn) en werd ik een beetje verder toen ik aan het rood licht stond te wachten om over te steken aangesproken met de vraag of ik aan het werk was. Je weet waarschijnlijk niet onmiddellijk waar dat op slaat maar onderweg was ik al een aantal vreemde figuren tegengekomen, waar bij schaars geklede vrouwen onderhandelingen plaatsvonden over de prijs (I'll pay double what he's paying), dus mijn verontwaardiging was groot toen ik die vraag hoorde. Ik had een jeans aan en een truitje, hoeren dragen toch minder kleren dan dat?! Gelukkig sprong het licht op groen voor het op een conversatie kon uitdraaien.

En dan was er de surftrip.. Na een zes uur durende trip vanuit Sydney kwamen we aan in Crescent Head waar de kangoeroes ons op de weg kwamen begroeten. Het was een afgelegen kampplaats met een groot strand voor ons alleen, een klein stukje paradijs dus. Maar dit kon me niet troosten die eerste dagen toen ik de kracht van de Stille Oceaan moest trotseren. Ik had zo'n spijt dat ik niet naar de fitness was gegaan voor mijn vertrek.. Telkens ik enkele meters vooruit ging in het water werd ik na een aanrollende golf terug op mijn plek geduwd. Ik heb enkele "massive whipe-outs" (dit is als je enkele seconden onder een golf wordt gesleurd => niet aangenaam ..) ondervonden met af en toe mijn board op mijn kop waardoor de afdruk van mijn tanden nog steeds voelbaar is op mijn tong.. Het was echt hels, die eerste dagen. Ook de begeleiders waren zo'n egotrippers dat ik er fysiek slecht van werd. In plaats van tips te geven waren ze teveel bezig met hun eigen 'coolness' en 'wickedness'. Het enige wat ik echt grappig vond, was toen we er wegreden met de bus; enkele van die gastjes sprongen uit de bushes te voorschijn met enkel een gitaar als kledingstuk. Ik baalde dus echt die eerste dagen, ondanks de gespotte dolfijntjes tijdens het surfen, ik wou echt niet nog drie dagen zo afzien. Maar toen was er Spot X. Een tweede paradijs op twee uurtjes van Byron Bay. Opnieuw een strandje voor ons alleen, maar deze keer met andere golven, zachte golven. En deze keer heb ik echt veel geleerd: hoe ik me een weg moet banen door de golven door zijwaarts mijn elleboog de golf in te duwen en hem te behandelen als een ex-boyfriend waarmee John, de instructeur (de beste!) me steeds kwam aanmoedigen; hoe ik een golf moet vangen (to catch a wave, zoals de aussies dat hier zeggen, weet niet of dat correct is in het Nederlands..); hoeveel ik moet peddelen om de juiste timing te vinden en hoe ik mijn 'balance' kon vinden door simpelweg te kijken waar ik naartoe moest in plaats van naar mijn voeten. Terwijl ik in Crescent Head op mijn ene hand kon tellen hoeveel keer ik was opgestaan op mijn board, was ik nu de tel kwijt. Zelfs mijn medeleerlingen zeiden dat ik zo goed bezig was en ook John kwam glimlachend op me af met de mededeling dat ik in control was. Dus dat was wel super en ik had eindelijk fun, wat de eerste regel van het surfen is. (be cool and have fun, ' k moet toegeven, als je overeind komt op je board, komt er vanzelf een lach op je gezicht en voel je je op slag cool ;-)) 's Avonds was het ook telkens supergezellig, met de gitaar rond het kampvuur. Een avond was er zelfs een optreden van een Canadees dat echt heel goed was. En zo ontstond ook de soundtrack van deze trip, hoewel ik nog steeds niet weet hoe het heet of van wie het is.. tis bij ons ook een hit denk ik en tis iets met love love love. (degene die weten waarover ik het heb, let met know)

Ik heb wel nog steeds niet echt vrienden gemaakt, iedereen is wel vriendelijk enzo, maar ik voel me toch vaak eenzaam. In de groep van het surfen ontstonden wel kleine groepjes, maar geen enkele waar ik echt bijhoor. Vind het beetje jammer dat ik niet socialer of interessanter ben, ik heb precies nooit iets leuks te vertellen. Er was hier overlaatst een meisje tegen mij bezig dat ze niet meer naar huis wilde, dat ze haar echte vrienden heeft leren kennen en dat het er bar weinig zijn, om niet te zeggen geen. Ze keek zelfs raar toen ik zei dat ik jullie allemaal een beetje miste. Nouja, we zien wel, ik moet nog leren op mijn eentje op stap te gaan, eens een bar binnenstappen ofzo. Laat af en toe eens van jullie horen, ok?